De dorpsvijver

Vrijdagochtend, kwart voor 6: Met een mep verlos ik de wekker van zijn taak. Eindelijk een eind aan al dat gepiep. Verdorie, wat kan dat ding je bruut uit je droom jagen. En ik was net zover dat ik.. Enfin, we zullen er maar niet verder op in gaan. Snel de kleren aan, eten en drinken pakken uit de koelkast en in de rugzak stoppen. Emmertje met de partikelmix mee en de hengel met het net langs de fiets binden. Op naar het dorpsvijvertje waar ik eigenlijk ben begonnen met het karpervissen. Een klein watertje dat nog geen ha groot is en een groot bestand heeft aan karpers. Een water dat ik op mijn duimpje ken en eigenlijk wel garant staat voor vis. Vandaag ga ik het eens op een andere manier doen. Penvissen waarbij ik het ga proberen met een korrel nepmaïs in combinatie met een zeer kleine korrel maïs uit blik over de nieuwe partikelmix. Een mix die bestaat uit voornamelijk kleine zaden, maden (die ik om zeep heb geholpen dankzij kokend water), blikmaïs en om eens te proberen nog wat extra’s in de vorm stukjes knakworst en garnaaltjes.

Het is ongeveer kwart over 6 als ik aan het water aankom en een rondje maak met de emmer voer. Ongeveer 5 handjes voer bij een rij paaltjes en wat voer voor een plukje riet. Moet wel denk ik. Eerst maar even ontbijten en dan de hengel optuigen. Ik heb al zo lang op die visjes mogen wachten dat ze nu maar eens wachten op mij. Heerlijk gevoel zeg. Lekker genieten van de boterhammen terwijl de eerste bellen al verschijnen op de stek. Vreet maar. Doe maar. Wacht maar. Ik kom er zo aan.

Om ongeveer half 7 besluit ik dat het tijd is. Voorzichtig sluip ik naar het plukje riet om het aas te laten zakken. Langzaam de steiger op en dan kan het beginnen. Ineens vliegt er een boeggolf de stek af. Een vis is blijkbaar ergens van geschrokken en is naar het midden van het water vertrokken en heeft zo te merken de rest van de vis meegenomen. Na een half uurtje vind ik het goed geweest. Maar eens bij de paaltjes gaan kijken. Door die boeggolf van net besluip ik de stek nu nog wat rustiger om het pennetje te laten zakken. Een stukje hout tussen de damp die van het water komt. Prachtig zo. Alleen ik, dat stukje balsa en de vissen. Romantisch en spannend tegelijk. In een flits schiet dan ineens de pen weg en voordat ik het door heb is de vis al gehaakt. Met de slip zowat dicht wordt de vis voorzichtig bij de paaltjes weg gehouden. De vis geeft niet eens gas tegen. Gewoon mee zwemmen en het komt goed zal hij wel denken. De rug komt al boven als ineens de hengel dubbel klapt. De vis maakt een flinke spurt het open water op. Goedzo, ga maar weg bij die paaltjes. Om de vis toch een beetje zijn zin te geven gaat de slip iets losser. Door de run is de vis toch al zeker 20 meter van de paaltjes af en hoef ik me daar niet meer druk om te maken. Eindelijk begint het gevecht zich te ontwikkelen en laat de vis zien wat hij waard is. Snelle rondjes onder de top, schuddend met de kop ineens naar de kant komen zwemmen, korte runs gevolgd door snelle bochten. Wat een acrobaat zeg. Langzaamaan wordt de kromming in de hengel al minder en tikt de slip niet meer zo vaak. Even later tikt de schub dan ook het spreidblok aan met zijn lippen. Huppa, hij’s binnen. Snel even onthaken, wegen en wat fotootjes. Binnen een paar minuten zwemt de schub van 5 kg weer. Op naar zijn vrijheid, de vrijheid die hij verdient.

c3foto2

Rustig voor mij uit kijkend zit ik daar nog even in het natte gras. Het filmpje nog eens voorbij laten gaan. De vis nog eens via het schermpje van de camera bewonderen en wat drinken. De ochtend is eigenlijk al geslaagd. Eens kijken hoe het op de andere stek is. Binnen een paar minuten heeft de pen zijn plekje weer gevonden op de andere stek. Zenuwachtige tikjes op de pen volgen al snel. Zal vast kleine vis zijn die aan het spelen is met het aas. Na ongeveer een kwartiertje is er ineens een hardere tik op de antenne te zien. Dan komt de pen langzaam tot het drijflichaam uit het water. Even staat hij op het punt om plat te gaan liggen voordat hij met een rotvaart onderschiet. Kon wel een run zijn. Na de aanslag vliegen de meters lijn al van de spoel af. Wat een snelheid kan dit beestje opbouwen zeg. Zal wel door de duidelijk lichter afgestelde slip komen. De ene na de andere run volgt. De Sigma tikt, de hengel buigt. Alles gaat zoals het hoort lijkt het wel. Binnen een paar minuten ligt hij voor me. De kleine opdonder die me zo bezig heeft gehouden. Een schoonheid van 3 kg. Geen joekel maar net een staaf goed. Het hoeft niet veel te wegen om er plezier aan te hebben.

Het uur daarna gebeurt helemaal niks meer op wat gerommel van de voorns na. Dan zie ik ineens bij de paaltjes ineens een grote bel boven komen. Ja, daar is er eentje. Met een kort onderhands worpje vliegt de ren richting de achterste rand van het voerplekje. Precies daar waar die bel was. Enkele centimeters naast de pen komt er weer een bel omhoog. Ineens komt er recht naast de pen nog eentje. De antenne begint zelfs te waggelen door de deining die de grote bellen veroorzaken. Dan gaat de pen ineens een stukje naar links om plat te gaan liggen. Ineens gaat hij weer recht staan om weer een stukje naar links onder water te verdwijnen. Hangen! Nee.. LOS!!! Dan nog maar een half uurtje tegen het plukje met riet vissen. Eens kijken wat daar te beleven is. Ook hier zit het niet mee en verdwijnt er een boeggolf van de stek op het moment dat het aas naar de bodem zinkt. Kan je nagaan hoeveel vissen er normaal op de stek schrikken en wegschieten zonder dat je het door hebt. Het grootste voordeel van penvissen dus. Zien wat er gebeurt. Zien er ervan leren hoop ik dan. Na het geplande half uurtje afwachten pak ik de zooi bij elkaar. Weer op naar de rij met paaltjes. Maar deze keer de overkant die nog lekker in de schaduw ligt om daar eens wat handen voer te strooien. Voeren en wachten. Eigenlijk het makkelijkste dat er is. Niet dan? Na een kwartiertje zijn de eerste bellen weer zichtbaar. Dus jullie zaten gewoon hier in de schaduw? Snel gaat de pen richting de stek. Een bellenspoor nadert de pen en na ongeveer een minuut vissen op deze stek hangt er weer eentje. De vis schiet als een bezeten langs de paaltjes af en duikt een pluk riet in. Ai, komt hard aan zeg. Afgestraft worden door een vis. Voor de tweede keer deze week mag de hand weer om de spoel. Geen centimeter lijn wordt meer gegeven en door behoedzaam weg te lopen komt er langzaam beweging in de zaak. Na ongeveer een meter of 2 is de vis al uit het riet. Nog een stukje verder is de vis weer vrij van de narigheid. De vis blijft maar diep zwemmen en stoten geven op de top. Rondjes onder de top, diep blijven en die stoten. Vast een spiegeltje. Hopelijk zo’n biggetje als waarvoor ik eigenlijk toch stiekem gekomen ben. Nou ja, ik was er dan op aan het hopen. Alsof het nog niet genoeg is krijg ik mijn zin ook nog. Een werkelijk prachtig gebouwd spiegeltje dat ondanks zijn beschadigde bek gewoonweg een plaatje is. 5,5 kg aan vet en blubber. Eens wat anders dan die strakke, harde schubs.

Als ik de vis terugzet gaat ineens mijn mobieltje. Mijn vismaat met de vraag of ik al wat had gevangen en of ik nog kwam buurten. “ja hoor, ik probeer het nog heel eventjes in de hoop op een vierde en dan kom ik”. Als ik me omdraai en een blik op de stek werp weet ik het. Die vierde gaat wel lukken. Overal zijn er bellen op de stek. Zeker 5 vissen vreten alsof ze nog nooit wat hebben gekregen. Tjonge, wat zijn die uitgehongerd zeg.

Nog geen half uur later zit ik bij m’n vismaat op de stek. En? Nog een donkere schub. Meer niet. Ik kan haast niets anders dan glimlachen als ik er alleen al aan denk. Wat een superochtendje zeg.

Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *