Je eigen ballen rollen (2)
|De vorige keer hebben we besproken hoe we een mix samenstellen waarvan we onze eigen boilies gaan maken. Deze mix ligt netjes afgewogen in een aantal zakken voor ons. Vandaag gaat het gebeuren, de allereerste keer dat we gaan kneden, rollen en koken. Je hoeft er niet tegenop te zien, het valt allemaal best wel mee. We gaan los!
Mooie momenten
Potentie
Het hele principe van de boilie draait om het gebruik van eieren. Door de mix met geklutste eieren tot een deeg te verwerken en daarna te koken, zullen de eieren gaan stollen (net als een gekookt ei) en na het koken zal het deegballetje verder uitharden. “To boil” betekent koken in het Engels, vandaar de naam boilie. Voordat we gaan produceren moet er dus een flinke voorraad eieren ingeslagen worden. Per 100 gram mix heb je ongeveer één ei nodig. Omdat je hiermee nooit precies een perfect deeg krijgt, ga ik meestal iets lager zitten en vul de rest aan met water. Per zak van 2,5 kilo mix gebruik ik 20 eieren. Vandaag gaan we vijf kilo mix verwerken, we halen dus 40 eieren in de supermarkt. Als de mensen je daar vreemd aan kijken, zeg dan maar dat je een veeleisende vriendin hebt. Ga je regelmatig grotere hoeveelheden rollen dan loont het om afgekeurde eieren bij een eierboer te kopen. Deze zijn van buiten vaak smerig en vertonen wat scheuren maar dat maakt voor de boilies natuurlijk geen fluit uit, ze zijn in ieder geval een stuk goedkoper dan in de supermarkt.
Foto rechts: Olie of andere vloeibare toevoegingen met een maatbekertje afmeten
Vocht en klutsen
Neem weer die voeremmer waar je de vorige keer de mix in hebt gemengd en sla daar de 20 eieren in stuk. Probeer te voorkomen dat er grote stukken schaal in de emmer terechtkomen. Niet dat het uitmaakt voor de karper maar je boilieplank gaat sneller slijten van de scherpe randjes. Misschien heb je in de hengelsportzaak een flesje flavour gekocht om je boilie wat extra geur mee te geven. Voeg die flavour nu bij de eieren. Flavours zijn sterk geconcentreerd en een paar milliliter per pond mix toevoegen is voldoende. Om dit nauwkeurig af te meten kun je het beste een injectiespuit (zonder naald) of pipet gebruiken. Kijk voor de dosering op de verpakking van de flavour. Ik gebruik ook vaak olie omdat daarmee het rollen van de boilies wat makkelijker gaat en omdat dit, eenmaal in het water, langzaam uit de boilie zal lekken. Bij een zoete of kruidige mix voeg ik zonnebloem- of maiskiemolie uit de supermarkt toe, bij een vismeelmix meestal een visolie uit de hengelsportzaak. Er zijn ook oliën met een smaakje te koop zoals pistachenoten en knoflook. De dosering is een eigen keuze maar met 10 tot 15 ml per pond mix zit je aardig goed. Er zijn hele handige maatbekertjes te krijgen om dit af te meten. Zijn er nog andere vloeibare toevoegingen die je wilt gebruiken, voeg die dan ook in de emmer bij de eieren. Het hele zaakje moet nu gemengd worden. Ik gebruik hiervoor een keukenmixer op de laagste stand. Laat je hem te snel draaien, dan bestaat de kans dat je luchtinslag krijgt en dan zul je problemen krijgen bij het rollen. Een gewone keukengarde werkt ook prima. Zorg dat alle dooiers stuk zijn en dat alles goed met elkaar vermengd is.
Vieze handen
Het moment is aangebroken om het deeg te maken waaruit de boilies gefabriceerd zullen worden. Voeg een zak boiliemix bij de eieren in de emmer en doe nu de kneedhaken in de keukenmixer. Meng met de mixer het vocht en de mix nu tot het redelijk verdeeld is. Als je dacht je boilies te kunnen maken zonder vieze handen te krijgen dan heb je het mis. Stroop je mouwen maar op en doe je horloge maar af want de smurrie in de emmer moet tot een soepel deeg gekneed worden. Dit is een beetje lastig uit te leggen maar als het deeg nog te stevig is moet je beetje voor beetje wat water toevoegen. Dit is een kwestie van een paar keer doen zodat je een goed “gevoel” krijgt hoe stevig het deeg precies moet zijn. Het eindresultaat hoort een grote bol deeg te zijn, doe deze weer in de zak waar de mix in zat om te voorkomen dat het deeg uitdroogt. Als je het deeg een minuut of tien laat rusten kan de vocht er goed intrekken en zal het prettiger rollen.
Foto rechts: en daarna kneden tot een bal deeg…
Worsten
Zorg dat je een vlakke ondergrond hebt om het deeg op te verwerken. Dit kan een keukenblad zijn, maar als dat niet mag voldoet een tafel ook prima. Pluk een flinke handvol uit de deegbal en rol hier een lange worst van met een lengte van ongeveer 35-40 centimeter en een diameter van ongeveer drie tot vier centimeter. Het is belangrijk dat de worst overal ongeveer even dik is. Leg deze worst voorzichtig op tafel of in een platte bak. Zorg dat je van tevoren een handdoek onder de kraan nat hebt gemaakt en goed hebt uitgewrongen. Leg deze handdoek over de worst om te voorkomen dat de buitenkant van de worst uitdroogt. Doe je dit niet dan zal het deeg al sputterend uit de deegspuit komen! Verwerk op deze manier ook de rest van het deeg tot worsten en leg ze gelijk onder de vochtige handdoek.
Dikke worsten rollen…
Spuiten en rollen
Het uiteindelijke rollen van de boilies gebeurt met een zogenaamde rolplank. Deze zijn in allerlei formaten te verkrijgen maar bestaan altijd uit twee helften. Om te voorkomen dat het deeg aan de plank gaat plakken wrijf ik beide helften altijd in met hetzelfde olie wat ook bij de eieren is gegooid. Leg de onderste helft van de plank op tafel. Voor het verwerken van de dikke deegworsten gebruiken we een zogenaamde boiliespuit. Bij de goedkope versie moet je met de hand het deeg eruit persen, bij de duurdere versie sluit je deze via een slang op een luchtcompressor aan en wordt het deeg er op de luchtdruk uitgeperst. In deze spuiten past precies de eerder gerolde dikke worst, waarna op de voorkant een taps toelopende kop geschroefd wordt. Deze koppen moet je vaak zelf nog op de juiste diameter afsnijden. Heeft je boilieplank een diameter van 18 mm dan kun je de kop het beste op 16 of 17 mm afsnijden. Knijp nu in de boiliespuit zodat het deeg uit de voorkant geperst wordt. Laat deze dunne worst gelijk op de boilieplank terecht komen, helemaal van links naar rechts. Ben je al wat bedreven in het rollen dan leg je er nog twee of drie worsten naast. De eerste keer kun je het beter bij eentje houden. Pak de bovenste helft van de boilieplank en leg deze precies over de onderste, de worst ligt er nu tussenin. Druk de bovenste helft een stukje in de worst. Beweeg de bovenste helft nu voorzichtig naar voren en achteren terwijl je druk blijft uitoefenen. Voer de druk langzaam op tot je voelt dat de twee helften van de plank elkaar raken. Neem de bovenste helft eraf en je ziet een hele rij ronde deegballetjes liggen.
Foto rechts: en rollen maar…
To boil
Veeg het zweet maar even van je voorhoofd, de laatste fase is aangebroken. De deegballetjes moeten gekookt worden en dit gaat het beste met een oude frituurpan. Omdat deze pannen op stroom werken kun je met een verlengkabel overal aan de slag en hoef je niet perse in de keuken te koken. Een ander voordeel is dat ze een mandje met handvat hebben, je kunt daarmee alle boilies in één beweging uit het kokende water halen. Jazeker water, de pan moet dus wel vrij van oud frituurvet zijn. Is het water aan de kook, rol de balletjes dan van de plank in het kokende water. Ze moeten tussen de een en drie minuten koken, in die periode kun je mooi de volgende worst(en) op de plank spuiten en tot balletjes rollen. Haal het mandje met balletjes uit het water en leg deze op een voerzeef die boven de voeremmer hangt. Ze kunnen nu mooi even uitlekken. Leg het mandje terug in de pan en de volgende lading deegballetjes kan erin.
Foto rechts: en na het koken even laten uitlekken…
Drogen
Wanneer de volgende lading klaar is dan zijn de boilies op de zeef wel klaar met uitlekken. Ze mogen nu verder afkoelen en drogen en in deze periode krijgen ze de hardheid die we zo graag willen hebben. Ik heb hiervoor zelf droogrekken gemaakt, gewoon vier planken in een vierkant gespijkers met daartussenin een bodem van kippengaas. De boilies gaan dus van de zeef op het droogrek. Het is nu gewoon een kwestie van alle handelingen herhalen. Is de boiliespuit leeg dan gaat de volgende dikke worst erin. Daarna weer spuiten, rollen, boilies van de zeef op het droogrek, boilies van de pan op de zeef en deegballetjes van de rolplank in de pan. Na verloop van tijd krijg je meer routine en zul je merken dat het steeds vlotter gaat lopen.
Klaar!
Als je al het deeg verwerkt hebt kun je de boel gaan schoonmaken. Laat geen deegresten op de spullen achter want dit gaat schimmelen en komt je volgende partij boilies niet ten goede. Laat de spullen ook goed drogen. Laat de boilies ook minstens een nacht op het rek drogen in een geventileerde ruimte. Dat kan het beste in een garage of schuurtje. Het is belangrijk dat ze verspreid op het droogrek blijven liggen en dat het droogrek een stukje van de grond af ligt zodat de lucht aan alle kanten bij de boilies kan komen. De volgende ochtend of avond kun je je eerste zelfgedraaide boilies bewonderen. Weeg ze weer op de keukenweegschaal af in de porties die je wilt gaan gebruiken om mee te voeren en vissen, bijvoorbeeld een pond, een kilo , anderhalve kilo, etc. Doe iedere portie in bijvoorbeeld een diepvrieszakje en sluit deze goed af. Deze zakjes vries je vervolgens in en je hebt een lekker voorraadje aangelegd. Iedere keer als je nu wilt voeren dan pak je gewoon een zakje uit de vriezer en je kunt vertrekken. Ik voer de boilies vaak bevroren maar als je ze perse ontdooid wilt voeren moet je ze er een aantal uren van tevoren uithalen.
De boilies verder laten drogen en uitharden
Nou, dat viel wel mee toch? Het is een vrij lang verhaal geworden maar dat komt omdat bepaalde zaken lastig zijn uit te leggen. Liep het toch niet helemaal lekker, geef dan niet op en probeer het nog een keer. Je moet er handigheid in krijgen en na verloop van tijd zal het echt stukken sneller gaan. Ik hoop dat je er wat aan gehad hebt en nog veel plezier en goede vangsten zult beleven aan je zelfgemaakte boilies.
© Mark Noorman 2002